Loor werd geboren in een boeroegezin en behaalde zijn akte als hoofdonderwijzer. In 1956 vertrok hij naar Nederland, waar hij in 1962 zijn kandidaatsexamen geschiedenis afrondde aan de Vrije Universiteit Amsterdam. Terug in Suriname werkte hij in het middelbaar onderwijs en bij het Instituut voor de Opleiding van Leraren. Tussen 1972 en 1979 leidde hij ook de afdeling Culturele Zaken op het Ministerie van Onderwijs, waarbij hij een jaar in Nederland doorbracht om zijn studie geschiedenis af te ronden. Naast zijn werk was Loor actief in verschillende commissies, culturele activiteiten en sportzaken in Suriname.
Hij schreef talrijke publicaties over de geschiedenis van Suriname en andere onderwerpen, en droeg bij aan diverse televisieprogramma's. Op 19 september 2013 presenteerde hij zijn boek 'André Loor vertelt...1850-1950', dat goed werd ontvangen en tevens zijn laatste werk zou zijn.
Loor overleed op 82-jarige leeftijd aan een hartstilstand en werd op 18 december 2013 met staatseer begraven. Hij was Officier in de Orde van Oranje-Nassau en Officier in de Ere-Orde van de Palm. In 1994 werd hij benoemd tot eredoctor in de Maatschappijwetenschappen aan de Universiteit van Suriname. Hij ontving de Visser Neerlandiaprijs in 2002 en de Kwakoe Award in 2000. In 2006 werd een liber amicorum voor hem samengesteld, en in 2011 opende De Surinaamse Bank een bibliotheek met zijn verzameling van 1200 boeken over Suriname. In 2012 werd voor het Nationaal Archief Suriname in Paramaribo een bronzen kopstuk geplaatst ter ere van zijn belangrijke rol in de Surinaamse geschiedschrijving.