Albertine Wilhelmine Louise (Tine) Putscher (Paramaribo, 11 oktober 1909 – 1997) was een vooraanstaande onderneemster in de gezondheidszorg in Suriname en wordt erkend als de eerste vrouwelijke tandarts van het land. Ze zette zich gedurende haar leven in voor liefdadigheid en vrouwenrechten, waarbij ze vooral aandacht vroeg voor betere huisvesting, kinderopvang en de verbetering van de positie van vrouwen in de maatschappij.
Putscher werd geboren als dochter van Louise Jacquelina Lionarons en Albert Gustaaf Putscher, een ambtenaar en eigenaar van plantage Putscher Boiti (Zorg & Hoop). Ze groeide op aan de Maagdenstraat in Paramaribo en was verbonden aan de Evangelisch Lutherse Kerk in Suriname. In 1927 behaalde ze haar diploma aan de Hendrikschool, de toen hoogst mogelijke opleiding in Suriname. Vervolgens ging ze in de leer bij de lokale tandarts G.F. Lashley, waarna ze in Nederland tandheelkunde studeerde aan de Universiteit Utrecht. In 1934 slaagde ze voor haar tandheelkundig examen, en in 1937 rondde ze haar studie af. Kort daarna verloofde ze zich met de industrieel Rudy Stiefel en opende ze haar eigen tandartspraktijk aan de Dominéstraat in Paramaribo.
Naast haar werk als tandarts, was Putscher sterk betrokken bij sociale vraagstukken. Ze speelde een actieve rol in liefdadigheidsorganisaties en zette zich in voor de oprichting van crèches in Suriname, een idee dat haar vader als Statenlid al had aangekaart. In 1948 sprak ze op een vergadering over de behandeling van dienstmeisjes en de noodzaak van betere huisvesting en bescherming voor vrouwen, vooral voor ongehuwde moeders.
In 1949 was Putscher een van de oprichters van het Dames Comité, dat zich inzette voor de belangen van Surinaamse vrouwen. Ze hield toespraken waarin ze pleitte voor meer kansen voor vrouwen, met name in het onderwijs en de arbeidsmarkt. Hoewel ze zich dat jaar kandidaat stelde voor de Koloniale Staten namens het Dames Comité, kreeg ze niet voldoende stemmen. Uiteindelijk werd Grace Schneiders-Howard verkozen.
Putscher ontving verschillende onderscheidingen voor haar werk, waaronder een benoeming tot Ridder in de Orde van Oranje-Nassau in 1954. Ze bleef actief betrokken bij de oprichting en het beheer van crèches in Suriname en speelde een belangrijke rol bij de sociale ontwikkeling van vrouwen en kinderen. Tijdens het bezoek van prinses Beatrix aan Suriname in 1958 had Putscher een gesprek met de prinses over de sociale vooruitgang in het land.