Bij de geboorte van een kind wordt veel belang gehecht aan de spirituele bescherming van moeder en baby.
Vrouwen krijgen speciale kruidenmengsels om de bevalling te vergemakkelijken.
De geboorte vindt meestal plaats in een hangmat of op de grond met hulp van ervaren vrouwen.
De navelstreng wordt begraven of in een speciale boom geplaatst, omdat men gelooft dat dit het kind verbindt met de natuur.
Moeder en kind blijven enkele weken afgezonderd om de baby te beschermen tegen boze geesten.
De baby krijgt een naam die vaak verwijst naar een dier of een natuurverschijnsel.
Huwelijken zijn traditionele, spirituele verbintenissen die vaak gepaard gaan met rituelen.
Mannen moeten laten zien dat ze een goede jager en verzorger zijn voordat ze mogen trouwen.
De familie van de man brengt geschenken, zoals eten en handwerk, naar de familie van de vrouw.
Het huwelijk wordt vaak gezegend door een stamoudste of sjamaan.
Er worden offers gebracht aan de voorouders.
De bruid en bruidegom worden ritueel gereinigd met kruiden en rook.
Een groot feest volgt, met zang, dans en piwari (alcoholische drank).
De vrouw blijft meestal in haar familieomgeving wonen (matrilokaal systeem).
Taken zijn verdeeld: de man jaagt en vist, de vrouw zorgt voor de landbouw en het huishouden.
De dood wordt gezien als een overgang naar de spirituele wereld.
Het lichaam wordt gewassen en ingesmeerd met kruiden en geurende oliën.
De dode krijgt persoonlijke bezittingen mee voor de reis naar het hiernamaals.
De familie rouwt dagenlang, waarbij ze zich onthouden van bepaald voedsel.
Liederen en tromgeroffel begeleiden de overledene naar de spirituele wereld.
Inheemsen begraven hun doden vaak in of nabij het dorp.
Sommigen maken grafheuvels of houten markeringen met symbolen.
De ziel van de overledene wordt geëerd met rituelen en herdenkingsmaaltijden.