Het Cordon van Defensie was een verdedigingslinie in het noorden van Suriname, aangelegd tussen 1770 en 1778. Het doel was om de plantages in het oosten van de kolonie te beschermen tegen aanvallen van Marrons. De linie, die een lengte had van 94 kilometer, bestond uit 33 posten die met elkaar waren verbonden door het zogenaamde kordonpad. Het eerste deel van het kordon liep van de Surinamerivier bij de Jodensavanne naar het oosten, via de Cassewinica naar de bovenloop van de Commewijne. Het tweede deel boog naar het noorden af, langs de Pericakreek naar de Cottica en vervolgens verder naar de Atlantische Oceaan.