De ontwikkeling van de farmacie in Suriname is nauw verbonden met de koloniale geschiedenis, de botanische kennis van inheemse en Europese geneeswijzen, en de introductie van moderne apothekerspraktijken. Van de oprichting van de eerste kruidtuinen in de 17e en 18e eeuw tot de opkomst van zelfstandige apotheken in de 19e en 20e eeuw, heeft de farmacie een belangrijke rol gespeeld in de gezondheidszorg van het land.
In de vroege koloniale periode waren geneesmiddelen voornamelijk afkomstig uit de natuur. Inheemse volken, zoals de Inheemsen en Marrons, beschikten over uitgebreide kennis van geneeskrachtige planten. Met de vestiging van de Nederlanders in Suriname werd deze kennis gecombineerd met de Europese medische wetenschap.
In 1682 richtten burgemeester Joan Huydecoper van Amsterdam en de Nederlandse botanicus Jan Commelin de Amsterdamse Hortus Medicus op, waar medicinale planten werden gekweekt en verkocht aan apothekers en ziekenhuizen. Commelin en zijn opvolgers, zoals Caspar Commelin, speelden een belangrijke rol in het catalogiseren van planten uit de tropen, waaronder Suriname.
In 1699 arriveerde de Duitse naturaliste Maria Sibylla Merian in Suriname. Tijdens haar verblijf bestudeerde en documenteerde zij diverse geneeskrachtige planten en insecten, wat resulteerde in haar beroemde werk Metamorphosis insectorum Surinamensium (1705). De botanische waarde van Suriname werd hierdoor nog bekender in Europa.
In 1734 stuurde de Directie der Sociëteit van Suriname de botanicus Isaac Eliaser Augar naar de kolonie. Augar, die tevens lijfarts was van gouverneur Jacob Alexander Henri de Cheusses, richtte de eerste Hortus Medicus in Suriname op, een kruidentuin met medicinale planten voor gebruik in ziekenhuizen en apotheken.
De eerste apothekers in Suriname werkten nauw samen met artsen en ziekenhuizen. In deze periode ontstonden particuliere apotheken die medicinale kruiden, tincturen en later geïmporteerde geneesmiddelen verkochten.
Een van de vroegst bekende namen in de farmacie was , opgericht in 1888 door Adolf Lodewijk van Amson (1862-1929). Van Amson vestigde zijn apotheek aan de Heerenstraat in Paramaribo en speelde een belangrijke rol in de ontwikkeling van de farmacie in Suriname.
In 1923 werd de apotheek overgenomen door Abraham Philip Samson (1872-1959), die de naam veranderde in Apotheek Samson. Deze apotheek zou uitgroeien tot een van de bekendste in Suriname en bleef tot 1953 in familiebezit. Lees meer...
Met de opkomst van moderne medische wetenschap in de 20e eeuw veranderde de rol van de apotheker. De import van geneesmiddelen nam toe en apotheken werden gereguleerd door de overheid. In 1938 vierde Apotheek Samson zijn 50-jarig bestaan, een mijlpaal in de farmaceutische geschiedenis van Suriname.
Na de Tweede Wereldoorlog en de onafhankelijkheid van Suriname in 1975 ontwikkelde de farmaceutische sector zich verder. De overheid stelde strengere richtlijnen in voor de registratie en distributie van medicijnen. Tegenwoordig zijn er meerdere apotheken in Suriname, zowel particulier als staatsgefinancierd, die een breed scala aan geneesmiddelen aanbieden, variërend van traditionele kruidenremedies tot moderne farmaceutische producten.