De geschiedenis van het Prinses Juliana Zendingshospitaal gaat terug tot de zendingsactiviteiten van de Evangelische Broedergemeente (EBG) in Suriname.
Bijna een eeuw voordat het Prinses Juliana Zendingshospitaal werd opgericht, waren de Duitse zendelingen Johannes Gottlieb Hartmann (1796-1844) en Maria Hartmann-Lobach (1798-1853) actief namens de EBG in Ganzee. In de 20e eeuw werd daar een zendingshospitaal opgericht, dat later werd beheerd door Nelly de Borst (1888-1962). Zij reisde in 1920 af naar Suriname en volgde in 1931 in Duitsland een opleiding tot volwaardig verpleegkundige. In 1934 keerde ze terug naar Ganzee om daar als verpleegster te werken.
In 1946 werd zendingsarts Pier Arjen de Groot (1916-2009) de opvolger van Nelly de Borst. De Groot had tijdens de Tweede Wereldoorlog in het Nederlandse verzet gezeten en vestigde zich na de oorlog in Suriname. Samen met zijn echtgenote Maria Elisabeth Dirkse en met steun van Nelly de Borst richtte hij in Kabel een nieuw zendingshospitaal op, mede vanwege de verkorte treinverbinding vanuit Paramaribo naar het binnenland. Dit hospitaal kreeg de naam Prinses Juliana Zendingshospitaal.
De Groot kreeg direct bij aanvang steun van twee gediplomeerde verpleegsters, Jo Stoffels en Lies van Woerden. De financiering van het zendingshospitaal bleek echter een uitdaging. In 1949 werd duidelijk dat een structurele financiële basis moeilijk te realiseren was, waardoor het hospitaal grotendeels afhankelijk werd van donaties. In 1951 financierde Simavi een volledige waterinstallatie met watertoren, en in 1954 werd een volledige TBC-röntgeninstallatie vanuit Nederland geschonken.
In 1953 publiceerde De Groot zijn bevindingen in het boek Dokter in het oerwoud. Na zijn terugkeer in Nederland werd hij Geneesheer Directeur van het ziekenhuis Bronovo in Den Haag en ontving hij het Verzetsherdenkingskruis voor zijn activiteiten in de oorlog.
In 1955 kreeg het Prinses Juliana Zendingshospitaal hoog bezoek van Koningin Juliana en Prins Bernhard. Zij reisden met de trein van Zanderij naar Kabel en vervolgden hun reis over de rivier naar Brokopondo om de voorbereidingen voor de aanleg van het stuwmeer te inspecteren.
Foto anno 1947 met daarop ook zuster Agaat
In 1962 overleed Nelly de Borst, die een belangrijke rol had gespeeld in de oprichting en ontwikkeling van het zendingshospitaal. Datzelfde jaar werd, vooruitlopend op de aanleg van het stuwmeer, een nieuw gezondheidscentrum geopend in Djumu: Jaja Dande.
Op 15 september 1962 werd het hospitaal op de zendingspost Djumu officieel geopend, onder andere met een dansfeest. Het ziekenhuis werd vernoemd naar Jaja Dande, een vrouw uit circa 1765. Zij was de zus van het toenmalige Grootopperhoofd van Djumu en speelde een cruciale rol in het overtuigen van haar broer en de stamleden om de hernhutter zendelingen te verwelkomen in hun dorp. Dit verhaal werd generaties lang doorgegeven, waardoor haar naam in 1962 werd verbonden aan de nieuwe medische post in het binnenland.
Het wel en wee van Jaja Dande is later vastgelegd in boekvorm door Wim Vlaanderen.