Banja is een ritueel van voorouderverering onder Afro-Surinamers en vindt zijn oorsprong in Afrika. Het werd vooral beoefend door Creolen op plantages en de Marrons van het Matawai-volk. Het wordt beschouwd als een van de belangrijkste vormen van voorouderverering door Afro-Surinamers, naast de soko. Deze traditie heeft zijn oorsprong in Afrika en verspreidde zich onder de Creolen van de plantages en de Marrons van het Matawai-volk. Tijdens een banja-sessie geloofden de aanwezigen dat ze bezeten werden door de geesten van hun voorouders. De muziek van de banja wordt gespeeld in een vierkwartsmaat.
De partij-banja werd opgevoerd door een zang- en dansgroep die bekend stond als de partij- of doe-groep. Deze groepen bestonden uit vaste personages zoals de Sisi (ceremonieleidster), Aflaw (flauwvalster) en de Datra (dokter).
Vanwege onderlinge twisten werden doe-groepen later verboden. Dit verbod gold voornamelijk voor optredens die werden uitgevoerd door deze groepen. De maatregel kwam na conflicten binnen de groepen zelf.